Jongeren weer wat later uit huis
Jongeren blijven steeds langer bij hun ouders wonen. Dat blijkt uit cijfers van het CBS. In 2012 waren jongeren nog gemiddeld 22,8 jaar toen ze zelfstandig gingen wonen. In 2017 was dat 23,5 jaar.
Vooral studenten gaan later uit huis. Zij blijven nu gemiddeld een jaar langer bij hun ouders wonen dan in 2012.
Eerder stelde het statistiekbureau al vast dat sinds de invoering van het leenstelsel in 2015 minder studenten op kamers zijn gaan wonen. Door het leenstelsel maakt het voor de hoogte van de studiebeurs niet meer uit of iemand thuis of op kamers woont.
'Angst voor lenen'
"Er is angst voor het lenen, de rente en wat dat later allemaal voor consequenties heeft", zegt CBS-onderzoeker Tanja Traag in het NOS Radio 1 Journaal.
In 2012 stond nog 76,4 procent van de 19-jarigen ingeschreven bij één of beide ouders. In 2017 verschoof dat naar 79,4 procent.
Uitstellen van huisje, boompje, beestje
Het statistiekbureau ziet ook niet-studenten steeds later het ouderlijk huis verlaten. Ook onzekerheid op de arbeidsmarkt (wel of niet een vaste baan), hoge huren en dure koopwoningen houden jongeren langer bij hun ouders, blijkt uit het onderzoek.
"Jongeren moeten een aantal stappen steeds vaker uitstellen, omdat het niet haalbaar is", zegt CBS-onderzoeker Traag. "Vroeger was huisje, boompje, beestje nog heel normaal voor een twintiger. Dat begint nu pas normaal te worden als mensen vooraan in de dertig zijn."
Terug naar overzicht