Actueel

'Medicijnagentschap maakt bestaande problemen in Amsterdam nog urgenter'

De eerste 'brexitbuit' voor Nederland is binnen. In Brussel is besloten dat het Europese Geneesmiddelenagentschap (EMA) van Londen naar Amsterdam verhuist. Hoe blij moeten we daarmee zijn? Het kabinet reageert in ieder geval opgetogen. Premier Rutte noemt het "een succes voor de Nederlandse diplomatie" en de Amsterdamse wethouder Udo Kock zegt "vereerd te zijn met de keuze voor zijn stad". De komst van het agentschap naar de Zuidas (het gebouw is pas in april 2019 klaar) gaat economisch gezien zeker veel opleveren. "900 ambtenaren komen met hun gezin naar Amsterdam en bezoekers boeken 30.000 hotelovernachtingen per jaar", zegt Brussel-correspondent Arjan Noorlander. De prijs Maar er zijn ook nadelen, zegt Jan Rath, hoogleraar stadssociologie aan de Universiteit van Amsterdam. Toch wil hij positief beginnen. "Het gaat om de uitstraling van de stad en de economische voordelen die het oplevert, denk aan alle facilitaire bedrijven die zo'n agentschap aantrekt. Van schoonmakers tot mensen die broodjes maken." "Maar er wordt wel een prijs voor betaald", erkent hij. "Er komen 900 families deze kant op, die moeten allemaal een woning hebben. Er komen meer vragers dan aanbieders op de markt, dat heeft een prijsverhogend effect." Krapte op de huizenmarkt en hoge prijzen zijn voor Amsterdam (en andere grote steden) geen nieuw verschijnsel. "Maar de komst van het agentschap maken die problemen alleen nog maar urgenter", zegt Rath. Een oplossing moet komen van de overheid, vindt hij. "Wat je zou moeten doen als lokale overheid, misschien met de hulp van de landelijke overheid, is die negatieve bijwerkingen opvangen. Hoe? Door een boel iets goedkopere huizen te bouwen. Dat zijn namelijk de huizen die mensen straks nog kunnen betalen. In tegenstelling tot de huizen die er nu al staan, want daarvan gaat de prijs alleen nog maar omhoog." De kinderen Het is niet het enige probleem dat Rath signaleert. "Want dan zijn er nog de kinderen van de ambtenaren. Die moeten allemaal naar school. In eerste instantie lijkt het geen probleem, want er is in Amsterdam juist een afname van het aantal leerlingen. Maar die buitenlandse ambtenaren sturen hun kinderen natuurlijk niet naar een Nederlandse school, zij willen een plek op een internationale school. Daar zal de druk sterk gaan toenemen." Rath blijft erbij: "Ik vind dit geen reden om tegen het agentschap te zijn, maar de lusten en de lasten moeten eerlijk worden verdeeld. En wat is het alternatief? Dat zo'n agentschap zich hier niet vestigt? Ik zoek liever naar een oplossing waarbij iedereen profiteert."

 

Terug naar overzicht