Mensen die onder hoogspanning wonen, willen er lang niet altijd weg
Sinds vorig jaar hebben de bewoners van bijna 400 huizen in Nederland de mogelijkheid om zich uit te laten kopen, omdat ze pal onder een hoogspanningskabel wonen. Maar sommige van deze mensen zijn helemaal niet blij mee met deze regeling. Sterker nog, ze hadden liever gehad dat de regeling er niet was geweest.
Har van der Poel woont sinds 1984 jaar met plezier in een woonwijk in Nieuw-Lekkerland, recht onder een hoogspanningskabel. Volgens hem heeft de uitkoopregeling meer kwaad dan goed gedaan. "De huizen werden hier altijd gewoon verkocht, maar sinds de regeling is de waarde van onze woningen aanzienlijk gedaald."
Het liefst zou Van der Poel er blijven wonen, maar omdat de regeling in 2021 afloopt, voelen veel mensen zich volgens hem gedwongen om mee te doen uit angst om hun huis daarna niet meer kwijt te raken. Ook een woordvoerder van de gemeente constateert dat de mensen in Nieuw-Lekkerland "eerder verhuizen door de gevolgen van de huidige uitkoopregeling dan dat ze onder een hoogspanningsmast leven."
Andere buren zouden wel weg willen, maar kunnen niet om financiële redenen, stelt Van der Poel. Zo hebben sommige woningen een hogere hypotheek dan de huidige taxatiewaarde van de woning. En omdat de regeling vrijwillig is, wordt alleen de waarde van de woning vergoed. Bewoners moeten zelf andere kosten, zoals verhuis- en notariskosten, betalen. Vertrekken is voor Van der Poel zelf daarom geen optie. Samen met buurtbewoners heeft hij een belangenvereniging opgericht om op te komen voor de mensen die net als hij onder de kabels wonen.
Ook Anton van Rees uit Sliedrecht is niet blij met de regeling. "Het liefst wil ik niet verhuizen. Maar er zijn veel te veel factoren die onzeker zijn. Wat gaan bijvoorbeeld mijn buren doen?" Onderdeel van de regeling is dat als mensen zich uit laten kopen, de woning niet meer bewoond mag worden. "Als zij gaan verhuizen komt er misschien een bedrijf of een parkeerplaats voor in de plaats. En dan verandert mijn omgeving zo, dat ik misschien toch ook wil verhuizen."
Net als Van der Poel had hij liever gehad dat er helemaal geen opkoopregeling was geweest. De regeling is prima voor mensen die willen vertrekken, concludeert hij, maar voor mensen die willen blijven zorgt de regeling "alleen maar voor onzekerheid". Hij ziet dezelfde onzekerheid bij veel van zijn buurtgenoten.
Maatschappelijke onrust
Hoewel het niet is aangetoond dat wonen onder een hoogspanningskabel onveilig is, besloot het ministerie van Economische Zaken de woningen op te kopen in verband met "de maatschappelijke onrust" die hierover was ontstaan. Maar, zo benadrukte toenmalig minister Henk Kamp in 2016, is het "nergens onveilig" om onder hoogspanningsleidingen te wonen.
Hoogleraar Besturen van Veiligheid Ira Helsloot (Radboud Universiteit) denkt dat de overheid de onrust vooral aan zichzelf te wijten heeft. Het begon jaren geleden, herinnert hij zich. "De overheid heeft toen in een vlaag van overdreven voorzichtigheid brieven gestuurd naar gemeentes met een tekst als: hoogspanning is niet gevaarlijk, maar het is toch beter om er geen nieuwe scholen in de buurt te bouwen. Wat zeg je dan tegen de mensen die kinderen al op een bestaande school hebben zitten?"
Helsloot ergert zich eraan dat het Rijk zo veel geld investeert om mensen uit te kopen. Volgens hem staat het totaal niet in verhouding tot de risico's: een vorm van symboolpolitiek noemt hij het. "Het nieuwe rapport van de Gezondheidsraad zegt het ook. Het gaat om minder dan een slachtoffer per jaar en zelfs daar is eigenlijk geen bewijs voor. Dan kan je je geld beter investeren in het genezen van andere ziektes, niet in hoogspanning."
Terug naar overzicht