PBK Index woningprijzen voor het eerst boven de 100 punten
De PBK Index is voor provincies en de vier grote steden beschikbaar, maar niet op regionaal of gemeentelijk niveau. Volgens het CBS en Het Kadaster is de PBK Index een betere indicatie voor de prijsontwikkelingen dan de absolute koopsom. De huidige reeks is in 2010 gestart op 100 en bereikte in juni 2013 met 84 punten het laagste niveau. In juli 2017 wordt voor het eerst sinds 2010 de grens van 100 overschreden, de PBK index komt in deze maand uit op 100,5. Of de PBK Index een juiste afspiegeling is van de ontwikkelingen blijft de vraag. Je zou in deze situatie verwachten dat de absolute koopsom zich eveneens op het niveau van 2010 bevindt. Niets is minder waar. De absolute koopsom ligt op dit moment 10% boven het niveau van 2010. De PBK index blijft in feite 10% achter op de werkelijke koopsom ontwikkeling. De oorzaak hiervan is niet gemakkelijk te verklaren.
Ontwikkelingen op provinciaal niveau
Wanneer we kijken naar de absolute koopsomontwikkeling op provinciaal niveau, dan zien we dat anno 2017 de gemiddelde koopsom in elke provincie hoger ligt dan in 2010. De index scoort echter alleen in de provincies Zuid Holland, Utrecht en Noord Holland boven de 100. In deze drie provincies vinden iets meer dan de helft van alle transacties plaats. Bovendien zijn de verschillen in het marktaandeel tussen 2010 en 2017-6 zijn op provinciaal niveau zeer gering. Een correctie van enige omvang op dit onderdeel lijkt ons niet op zijn plaats.
Ontwikkelingen per woningtype
Wanneer we de ontwikkelingen bij de woningtypen onder ogenschouw nemen, dan zien we dat bij vrijwel alle woningtypen de gemiddelde koopsom momenteel hoger ligt dan in 2010. Alleen het type vrijstaand bevindt zich op een vergelijkbaar prijsniveau. In de PBK Index scoort het type 2/1 kap en vrijstaand niettemin negatief, 97,1 voor 2/1 kap en slechts 91 voor de vrijstaande woningen.
Marktaandeel per woningtype
Enig hout snijdt wel het marktaandeel per woningtype. Wij zien kleine verschillen bij de 2/1 kapwoning, hoek- en tussenwoning, echter een beduidend kleiner marktaandeel bij het de appartementen en een behoorlijke toename van het duurste woningtype, de vrijstaande woningen. Deze verschillen lijken ons niettemin niet groot genoeg om de verschillen van de index te verklaren. Dit valt ook op als we ons baseren op de drie meer stabiele woningtypen en de appartementen en vrijstaande woningen achterwege laten. De gemiddelde koopsom van de 2/1 kapwoningen, de hoekwoningen en de tussenwoningen ligt in 2010 een fractie hoger dan het gemiddelde van alle woningen. In 2017 is er nauwelijks een verschil. De PBK Index van de drie afgezonderde woningtypen komt op dit moment uit op 100,6 en laat ten opzichte van 2010 in feite geen stijging zien. De absolute koopsom van deze groep is met 6,4% gestegen, een fractie lager dan de 8,1% stijging van alle woningtypen in deze periode.
Invloed van WOZ waarde onduidelijk
De invloed van de WOZ waarde ontwikkeling in dit geheel moet dan wel behoorlijk zijn. Laat dit nou net het gebied zijn waar grote kwaliteitsverschillen worden geconstateerd. Gemiddeld genomen klopt de WOZ waarde aardig, maar meerdere analyses hebben laten zien dat de afwijkingen, zowel naar boven als naar beneden toe groot kunnen zijn. Met het gebruik van de absolute koopsom lijkt weinig mis te zijn, volledig transparant per woningtype en transactieomvang en is bovendien voor elke regio en gemeente beschikbaar.
Terug naar overzicht