Waarom de Nederlandse economie maar doorgroeit
De Nederlandse economie groeit lekker door, al bijna vier jaar op rij. Voor het tweede kwartaal rekenen economen op zo'n 2,2 à 2,5 procent vergeleken met vorig jaar, en op ongeveer een half procent groei ten opzichte van het eerste kwartaal. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) komt woensdag met de eerste ramingen voor de Nederlandse economie in de periode april tot en met juni. Dat is een berekening over het afgelopen kwartaal op basis van de gegevens die nu beschikbaar zijn.
Allerlei cijfers en ontwikkelingen van de voorbije maanden wijzen op groene lichten en robuuste groei. De drie motoren van de economie, export, consumptie en investeringen, draaien op volle toeren. De winkelstraten lopen weer vol, de bouw bouwt stevig door, de huizenmarkt is volop in beweging, en klusbedrijven en zzp'ers komen om in het werk.
Het bedrijfsleven meldt stevige kwartaalwinsten. Het aantal faillissementen neemt af. De werkloosheid is onder de vijf procent gezakt en het land schreeuwt om personeel. Het vertrouwen en de consumptie door huishoudens en bedrijven groeit . En de export floreert.
Meer werk, meer banen, meer inkomen, meer bestedingen en investeringen. De groei is genoeg om tegenvallers zoals de terugvallende aardgasbaten, in de afgelopen vier jaar 13 miljard euro minder, op te vangen.
Statistiek en prognostiek
Het CBS kijkt met de cijfers altijd achterom: hoe sterk was de groei in het achter ons liggende kwartaal. Het Centraal Planbureau (CPB) komt ook met cijfers maar die kijken vooral vooruit. Het is het verschil tussen de statistiek van het CBS en de prognostiek van het CPB. Bij het CBS wordt van alles verzameld en opgeteld en zo krijgen we de stand van zaken.
Bij het CPB proberen ze aan de hand van de cijfers trends en ontwikkelingen te schetsen voor de toekomst. Die verwachting vormt vervolgens de basis voor de rijksbegrotingen en de plannen van het kabinet, die met Prinsjesdag gepresenteerd worden.
De groeiramingen van de rekenmeesters van het CBP zullen niet zo gek veel afwijken van de raming van juni. Voor dit jaar een groei van naar verwachting 2,4 procent en voor volgend jaar 2 procent.
De economie kwam in het najaar van 2013 weer van de grond en boekte sindsdien elk kwartaal groei. Het eerste kwartaal van 2017 vertoonde met 3,2 procent zelfs de sterkste groei sinds de crisis in 2008.
Die sterk aantrekkende groei wordt vooral gezien als een soort inhaalslag, want Nederland kwam maar moeizaam uit de crisis. Dat was onder meer het gevolg van de zware klappen die banken, bedrijven en de overheid opliepen door de financiële crisis en de grote omvang van de financiële industrie.
Ook schuldafbouw bij overheid en consumenten duurt na een financiële crisis altijd langer en werkt remmend op economische groei. In dat opzicht is het goed vergelijkbaar met de 'Grote Depressie' van de jaren '30.
De economie is een nieuwe fase ingeslagen, betogen economen. De groei is structureel minder en brengt ons in ander economisch, financieel en sociaal vaarwater.
Het 'nieuwe normaal' is niet de 2 à 3 procent groei die we gewend waren voor de crisis, zegt het CPB, maar 1 tot 1,5 procent. Het CPB raamt de groei in de periode 2018 tot en met 2021 op gemiddeld 1,7 procent. De groeipieken in de voorbije kwartalen zijn in dat licht uitzonderlijk.
Terug naar overzicht