Wie ging er het meest op achteruit, oud of jong?
Het is een veelbesproken thema in de verkiezingscampagne: moet de AOW van ouderen omhoog, of hebben zij het juist een stuk beter dan jongeren? Het CBS constateert dinsdag dat ouderen er de afgelopen twintig jaar op vooruit zijn gegaan, maar hoe zit het met jongeren?Uit cijfers van het CBS blijkt dat het vermogen van jongeren van onder de 25 er flink op achteruit is gegaan. Het gaat om het geld dat zij op hun bankrekening hebben staan, minus de schulden. Ook geld dat bijvoorbeeld in een huis is gestoken is meegeteld.Langer studeren, minder inkomsten65-plussers gingen er wat dat betreft juist op vooruit. Het doorsnee vermogen van een 65-plusser lag in 2015 op 86.500 euro; vijf keer zo hoog als bij een doorsnee huishouden (17.300 euro). In 1995 waren ouderen juist iets armer dan de rest van de bevolking.Voor jongeren ligt dat bedrag natuurlijk een stuk lager: logisch, want zij hebben nog nauwelijks kunnen sparen. In 2015 had een 25-jarige gemiddeld 300 euro op zijn bankrekening staan. Fors minder dan in 2007, toen het nog om ongeveer om 1000 euro ging. In die tijd zijn vrijwel alle Nederlanders erop achteruit gegaan, behalve 65-plussers - hun vermogen is juist flink gegroeid.Dat jongeren er zoveel op achteruit zijn gegaan, heeft te maken met de crisis: omdat er destijds veel minder banen waren, bleven veel jongeren langer studeren. Zij hebben een lager inkomen dan de jongvolwassenen die wel direct na hun eerste studie aan de slag konden.PromotieEen andere belangrijke peiler is de koopkracht: hoeveel geld kun je direct in de winkel besteden? Tussen 1995 en 2009 hadden 65-plussers elk jaar meer geld in hun portemonnee, hoewel de stijging vaak wat minder hoog was dan bij de gemiddelde Nederlander. Vanaf 2009 gingen veel ouderen erop achteruit.Jongeren komen er wat dat betreft een stuk beter vanaf, blijkt uit de CBS-cijfers. We kijken daarvoor naar jongvolwassenen van jonger dan 25 jaar, die op zichzelf wonen. De stijging koopkracht van mensen tot 25 jaar oud lag fors boven die van de gemiddelde bevolking, en steeg ook tijdens de crisisjaren nog altijd. Dat wil dus niet zeggen dat die jongeren ook meer te besteden hebben dan 65-plussers - alleen dat ze meer geld in hun portemonnee hebben dan het jaar ervoor. Dat is logisch: zij beginnen onderaan de ladder en zijn pas net aan het werk, en maken daardoor snel promotie.