Leraar Wissam in Oost-Aleppo: ik weiger een vluchteling te worden
"Ik weet dat het hier gevaarlijk is. Dat wist ik al toen ik terugkeerde hierheen, terug naar Oost-Aleppo. Maar ik wil hier zijn. Dit is mijn geboortegrond. Dus ik ga niet weg. Ik weiger een vluchteling te worden."
Leraar Wissam (33 jaar) is vastberaden. En hij merkt dat hij niet de enige is. "De meeste mensen die hier nog wonen, hebben de kans gehad om weg te gaan. Veel van hen zijn zelfs naar Turkije geweest om hun familie op te zoeken. Maar ze keerden allemaal weer terug omdat ze hier willen blijven. Omdat dit ons thuisland is."
"Waar zouden we ook heen moeten? Nergens in Syrië is het veilig. Als we ergens anders heengaan, valt het regime ons daar aan. Dus waarom zouden we onze huizen verlaten? Ons leven is hier. Hier staan onze scholen en onze ziekenhuizen. Hier zijn onze vrienden en familie. Het is niet makkelijk die achter te laten. En we kunnen niet met 250.000 mensen ons leven hier oppakken en voortzetten ergens anders. Dat kan gewoon niet."
Blijven in Oost-Aleppo betekent leren omgaan met de belegering. Leren leven met de constante dreiging van luchtaanvallen, grondgevechten en een tekort aan voedsel en water. Wissam probeert zijn normale leven voort te zetten. "De belegering duurt al maanden. Ik ben eraan gewend. Ik ga gewoon mijn huis uit, ga gewoon op visite en ik ga gewoon winkelen. Of nee, niet winkelen, want er is bijna niks meer om te kopen. Maar ik ga wel naar mijn werk. Ik ga altijd naar mijn werk."
Want Wissam houdt van zijn werk. Hij is leraar Engels en geeft les aan verschillende leeftijdsgroepen. Academici, maar ook aan kinderen van 11. Een dag missen vanwege bombardementen is geen optie. "Soms als de oorlogsvliegtuigen boven mijn hoofd vliegen, wacht ik 5 of 10 minuten. Als het geluid van de vliegtuigen wegsterft, ga ik. Maar ook al blijft het lawaai en gaan de bombardementen door: als ik naar mijn werk moet, dan moet dat en ga ik gewoon naar buiten. Ik ga door met mijn leven."
Samen met zijn collega’s zorgt Wissam ervoor dat vooral de jonge kinderen goed worden opgevangen op school en hun verhaal kunnen doen. "Kinderen hier staan al onder zoveel druk."
Ondanks het gevaar komen nog elke dag kinderen naar school om te leren. "Elke leraar die in Oost-Aleppo lesgeeft, houdt van zijn werk. We doen het niet voor het salarisstrookje. Dan kan je beter naar Turkije gaan. Wij geven les om deze kinderen een kans op een goede toekomst te geven."
Soms dringt het gevaar toch weer door onder schooltijd. "Dan is het tijd om naar huis te gaan maar horen we ineens oorlogsvliegtuigen en begint er een luchtaanval op de wijk van onze school. Dan weten we niet goed wat we moeten doen. Moeten we de kinderen dan toch naar huis sturen? Of juist op school houden tot het veiliger is? Ja, dat geeft stress."
Volgens Wissam hebben de kinderen hun eigen manier van reageren op het gevaar. "Meestal maken ze juist dan plezier. Ze bedenken grappen en vertellen die aan elkaar. Ze hebben geleerd met de dreiging om te gaan. Ook als het de hel zelf is. Al de angsten en al de verwoestingen; we zijn eraan gewend geraakt."
"We vragen vaak aan ouders waarom ze hun kind niet naar school sturen. Nergens is het helemaal veilig, overal hier is het gevaarlijk. Maar onwetendheid is ook gevaarlijk. Aan de belegering kunnen wij nu niets doen. Aan de onwetendheid wel. Laat de kinderen in Oost-Aleppo alsjeblieft naar school gaan."