Hogere inkomens kunnen straks toch meer lenen voor hypotheek
Vermogende huizenkopers kunnen volgend jaar toch meer lenen voor een hypotheek, ondanks de strengere regels voor hypotheekrenteaftrek en de waarde van de woning. De verwachte loonstijging en de aanhoudend lage rente maken de aanscherping van de regels meer dan goed.
Dat stelt het Nibud, het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting, in het adviesrapport Financieringslastnormen 2018. Op basis van de adviezen van het Nibud worden jaarlijks de wettelijke hypotheeknormen vastgesteld die bepalen hoeveel huishoudens kunnen lenen voor een huis.
Ettelijke duizenden euro's
Met de verwachte loonstijging van gemiddeld 2,2 procent kunnen de inkomens tot 45.000 euro bruto ongeveer hetzelfde bedrag lenen als voorheen voor de aanschaf van een woning. De extra leencapaciteit voor hogere inkomens van zowel een- als tweeverdieners loopt op tot ettelijke duizenden euro's.
In het advies heeft het Nibud rekening gehouden met het feit dat in 2018 een hypotheek tot maximaal 100 procent van de waarde van de koopwoning mag worden afgesloten in plaats van de huidige 101 procent. Ook de verlaging van de hypotheekrenteaftrek van een half procent in de hoogste belastingschijf is meegerekend.
Het Nibud adviseert om het tweede inkomen bij tweeverdieners iets zwaarder te laten meetellen, zodat er meer geleend kan worden. Nu gebeurt dat voor 60 procent, het Nibud pleit voor 70 procent. Ook voor een energiezuinige woning kan een hogere hypotheek verkregen worden.
Hoeveel een huizenkoper kan lenen hangt ook af van de rentevaste periode die wordt afgesproken. Voor korter dan 10 jaar wordt een wettelijke toetsrente gehanteerd van 5 procent. Daardoor ligt vanaf een inkomen van 45.000 euro de maximale hypotheek 25.000 tot 35.000 euro lager dan voor een hypotheek met een rentevaste periode langer dan 10 jaar.
Het Nibud bepaalt de financiële ruimte voor woonuitgaven voor een huishouden door het bruto inkomen te verminderen met belastingen en premies en met de kosten van het levensonderhoud.